Oude teksten in een nieuw daglicht
Er bestaan allerlei mogelijke verklaringen waarom de Dode Zeerollen en de Nag Hammadi geschriften ooit op een dergelijk slimme wijze verborgen zijn dat ze pas na 1700 jaar bij toeval ontdekt werden. Werden ze angstvallig verborgen voor de Romeinen? Of werden ze allemaal gered uit de greep van de Rooms Katholieken, omdat ze anders vernietigd zouden worden?
Fragmenten, boekrollen en geschriften
In de laatste 150 jaar van onze jaartelling zijn steeds bij toeval oude teksten gevonden die verwijzen naar onze vroegchristelijke periode en naar de tijd van Jezus Christus. Het geeft ons meer inzicht in het beleven van een geloof in het Almachtige Al. Hoewel we zeker weten dat sommige teksten stammen uit 145 na Chr. kunnen we er tegelijkertijd ook vanuit gaan dat er geschriften zijn ontstaan tijdens het leven van Jezus Christus.
Maria Magdalena
Maria Magdalena was een vrouw dat deel uit maakte van een hele groep vrouwen, die Jezus Christus begeleidde op zijn reizen om de blijde boodschap te verkondigen. Sommige apocriefe geschriften veronderstellen zelfs dat Maria Magdalena getrouwd was met Jezus. Hoe dan ook, Maria Magdalena was wel samen met Maria, de moeder van Jezus, bij Jezus toen hij gekruisigd werd. Na de dood van Jezus trof Maria Magdalena de wederopgestane Jezus toen zij zijn graf wilde bezoeken.
De Dode Zeerollen
In de rotsen langs de oude oevers van de Dode Zee zijn oude boekrollen gevonden die verborgen lagen in elf verschillende grotten. De vertaling van deze oude geschriften liet heel lang op zich wachten omdat het aan een beperkt groepje Dominicaanse priesters in bewaring werd gegeven. Er wordt zelfs beweerd dat Rome één boekrol achterhoudt in het Vaticaan omdat er uitspraken en verhalen van Jezus in staan die niet overeenkomen met onze hedendaagse Bijbel. Maar of dat waar is...?
De Nag Hammadi geschriften
In 1945 werd nabij het Egyptische dorpje Nag Hammadi een indrukwekkende vondst gedaan. Tijdens graafwerkzaamheden door de boer Muhammad Ali, werd een kruik gevonden met daarin vroegchristelijke geschriften.
Omdat er in de oude geschriften veel over Jezus gesproken wordt, is de waarde van deze teksten voor veel christenen zeer hoog. Het betekent vaak een verdieping van hun geloof.
In de Nag Hammadi geschriften wordt zelfs enkele keren beschreven dat Jezus lachte. Dergelijke menselijke uitingen worden nergens in de Bijbel beschreven. De woorden van Jezus zijn zo dusdanig waarheidsgetrouw en dicht bij hun oorspronkelijke bron door hun oudheid (geschreven rond 50 na Chr.), dat het zeker moet worden gezien als een woordenstroom van Jezus in een nieuw daglicht.
Jezus zei:
Ik ging staan in het midden van de wereld
en ik verscheen aan hen in het vlees;
ik vond hen allen dronken.
Ik vond geen van hen dorstig.
En mijn ziel is bekommerd om de zonen der mensen,
omdat zij blind zijn in hun hart
en niet zien dat zij leeg op de wereld zijn gekomen
en dat zij de wereld wellicht weer leeg zullen verlaten.
Maar nu zijn zij dronken.
Als zij hun wijn ophebben,
zullen zij berouw tonen.
Wijsheid en inzicht, de papyri over gnosis
Uit de papyri van de Nag Hammadi geschriften blijkt dat Jezus over een uitzonderlijke grote mate gnosis beschikte. Dat betekent dat Jezus blijk gaf van wijsheid in inzicht in de medemens en in het Goddelijke. Door middel van vergelijkingen en wijsheid die te vergelijken is met Godgeleerdheid, kon Jezus een boodschap overbrengen die te begrijpen was voor een grote massa mensen in die tijd.
Jezus zei:
Er was een rijk man met veel geld.
Hij zei: Ik zal mijn geld gebruiken
om te zaaien, te oogsten, te planten
en mijn schuren te vullen met vruchten,
zodat ik aan niets gebrek heb.
Dit was wat hij dacht in zijn hart.
En die nacht stierf hij.
Wie oren heeft, die hore.